Het vage licht van de lantarenpalen was het enige wat zijn pad verlichtte, het was midden in de nacht en hij was één van de weinige die zich rond deze tijd buiten waagde. Hij keek rond op de muren, voor een vrije plek waar hij zijn handtekening kon zetten. Politie agenten noemden hem vaak een vandalist, maar hij noemde zichzelf liever een graffiti kunstenaar. Dat was wat het was... Kunst... Hij keek gefacineerd naar de werken die al op de muren gespoten waren, dit was zijn eerste dag hier in deze stad, maar hij kon zich niet langer inhouden. Zijn werk moest hier tussen staan. Seven gooide zijn rugzak op de grond toen hij een lege plek had gevonden, pakte een schetsboek uit de tas en zocht rond tussen zijn schetsen naar werk dat bij de omgeving paste. Toen hij het eindelijk gevonden had: een werk van een half gesloten oog met een velblauwe kleur en met sierlijke letters Se7en er onder, pakte hij zijn gereedschap en begon aan zijn kunstwerk.
De volgende ochtend stond het daar dan, Seven zat, met zijn rugzak stevig in zijn armen geklemd, half te slapen op een bankje dichtbij. Hij had eigenlijk nog geen eens een slaapplaats, hier in deze stad, maar die zou hij uiteindelijk wel vinden.
Spoiler:
Alleen zonder die handtekening in het oog en met sierlijke letters: Se7en er onder